Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
Hier vind je aflevering 10: De familie Vandekerckhove in ‘t Blauwhuis
Hier vind je aflevering 11: Wat gebeurde er met de oude school van Pastoor Van Opstal?
Hier vind je aflevering 12: De gemeenteschool na Wereldoorlog I en II
Hier vind je aflevering 13: Een ‘bloemlezing’ uit het dagboek van meester Michel Verbrigghe
Hier vind je aflevering 14: De Nieuwe gemeenteschool in de Tieltsestraat
Hier vind je aflevering 15: Met de zusters van Heule: een nieuwe start in de meisjesschool
aflevering 16:
De meisjesschool tijdens Wereldoorlog I
W.O.I liet de toen nog jonge meisjesschool (nu de Vrije Basisschool OLV van Vreugde) niet ongemoeid. In oktober 1914 kwamen hier een 300-tal vluchtelingen uit Ledegem, Dadizele en Gullegem aan. Ze werden door de zusters gulhartig ontvangen en kregen er acht dagen lang onderdak, eten en de nodige verzorging.
Het laatste oorlogsjaar was voor Hulste het ergste. Op 9 oktober 1917 kregen de zusters van de Duitsers het bevel ‘s anderendaags het klooster en de school te verlaten. Gelukkig konden ze hun intrek nemen bij de zusters van de H. Familie in het ‘Oudmannenhuis’ in de Kasteelstraat. Daar werd een van de zusters van de meisjesschool met tyfus besmet. God dank, de zuster genas.
Maar waar vond de school zelf onderdak en konden de lessen gegeven worden? Dit gebeurde op de meest diverse plaatsen: in de kerk, in fabrieken en tot zelfs op zolders. De families Declercq, Despriet, Kerckhof en Destoop verdienen een pluimpje voor hun gastvrijheid in dit moeilijke laatste jaar van de oorlog.
Een bange nacht was deze van 7 op 8 november 1917. Twee bommen kwamen terecht op het Oudmannenhuis. Gelukkig was er alleen stoffelijke schade.
Het ergste kwam er bij het wegtrekken van de Duitse troepen eind september 1918. De stroom van vluchtelingen uit Gullegem, Heule en Lendelede was het voorteken van naderend onheil.
Er volgden angstige dagen en benauwde keldernachten die hun climax bereikten op 15 oktober, de dag waarop de kanonnen van de reeds weggetrokken Duitsers de gemeente deden dreunen. Rond middernacht kwam daar het geschut van de naderende geallieerden bij. Dit werd steeds heviger tot op het moment van de bevrijding: 16 oktober rond 8 u in de morgen. Toen hoorde men de mensen blij roepen: “De Belgen zijn er!”. Inderdaad, het was een voorpost van het 11de Linieregiment dat met grote omzichtigheid naar het Zuiden van de gemeente probeerde door te dringen. Op bepaalde momenten was deze voorpost maar enkele tientallen meters van de Duitsers verwijderd. Na de voorpost deed weldra heel het Belgische bataljon zijn intrede in het centrum van de gemeente. Vensters en deuren vlogen open. En op de vraag “Engelsen?” klonk het antwoord van de soldaten: “Neen, Belgen”. De Hulstenaars kenden alleen het blauwe Belgische uniform met het bijhorende bonnet met felrode streep van bij het begin van de oorlog. Al in de loop van 1915 werd het Belgisch uniform, naar Engels voorbeeld, vervangen door het minder opvallend kaki met helm zodat de Hulstenaren hun bevrijders voor Engelsen aanzagen.
De Hulstenaars die nu meenden dat alle leed geleden was kwamen bedrogen uit. Zes dagen naeen, terwijl de geallieerden naar de Mandel en de Leie oprukten, bleven de Duitsers Hulste, vooral met gasbommen bestoken. In de nacht van 17 op 18 oktober vielen er veel slachtoffers. Onder hen Eerwaarde Moeder Euphrasie, de overste van het Oudmannenhuis, samen met twee van de zusters en zeven ouderlingen. In totaal stierven die nacht 27 mensen van Hulste. Wat de zusters van de meisjesschool betreft: daags voordien hadden zij het Oudmannenhuis verlaten en waren, tussen de beschietingen in, uit Hulste weggetrokken. Pas op 10 november, één dag voor de wapenstilstand, hadden zij het aangedurfd naar hier terug te keren. Het eerste werk van de zusters was puin ruimen!
Meer dan een jaar - van oktober 1917 tot november 1918 - had de school een andere bestemming gekregen. Zij had gediend als veldhospitaal voor de gewonde Duitse soldaten. Op het dak van de school was een groot rood kruis op witte achtergrond geschilderd. Dat weten wij onder andere uit een getuigenis van Robert Demarez uit de Vlietestraat die van uit zijn ouderlijke thuis, hij woonde toen op de hofstede naast de school, veel had gezien en meegemaakt.
Waar nu de feestzaal-turnzaal van de school staat was vroeger nog land van de hofstede van Demarez. Daar heeft Robert dikwijls gezien dat er “verse putten” gemaakt waren. Ja, het was oorlog en het front lag niet ver. Daarbij was het voor de Duitsers ook gemakkelijk bereikbaar. Aan de bestaande tramroute hadden zij ‘oorlogsroutes’ aangesloten. Zo lag de meisjesschool op een knooppunt van de twee routes. Aan de achterzijde van de school lag de bestaande tramroute - in 1900 aangelegd - die van Kortrijk naar Aarsele liep (nu is dit het Doornhoutpad) en richting Muizelstraat lag de oorlogsroute die verder via de Barzehoek en Lendelede naar het front liep. Robert Demarez was een bevoorrechte getuige. Wie zou een jonge knaap gaan verdenken van spionage? Ongestoord kon hij een babbeltje slaan met de ‘wacht’ die zijn wachthuisje had vlak bij de hofpoort: een belangrijk punt. Daar immers sloot de oorlogsroute op de burgerroute aan. Vlak vóór de hofpoort lag ook de stelplaats, bestaande uit een drietal parallelle sporen, bestemd voor een 60 à 70-tal wagonnetjes die dienden om munitie naar het front te voeren. Dichterbij de Vlietebeek stond de watertoren. Om steeds klaar water te hebben voor de stoomlocomotieven was de beek dicht bij de hofpoort afgedamd. Zonder brandstof ging het ook niet: de kolen lagen in een ‘remise’ van de hofstede. Robert kon dit alles niet van dichter gezien en meegemaakt hebben.
Zicht op de Havikstraat vóór er bebouwing was. De eerste huizen kwamen er in 1990. We zien uiterst links de feestzaal van café Tivoli. Daarachter is nog een deel van het klooster te zien met daarnaast het dak van het huis van de Bruggemans. Iets meer naar rechts vooraan zien we het gebouwtje dat nu dient als refter en waar vroeger de jongens van het eerste studiejaar les kregen bij meester Michel. In die tijd deed die klas ook dienst als bibliotheek Mardijck. Vervolgens zien we de klasgebouwen. Het oudste opgetrokken in 1932 en het andere gedeelte in 1953. Daarnaast, uitspringend in bleke baksteen, de feestzaal-turnzaal gebouwd in 1963. Uiterst rechts zien we nog een gedeelte van de hoeve Demarez. (foto: Pieter Kerckhof)
Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
Hier vind je aflevering 10: De familie Vandekerckhove in ‘t Blauwhuis
Hier vind je aflevering 11: Wat gebeurde er met de oude school van Pastoor Van Opstal?
Hier vind je aflevering 12: De gemeenteschool na Wereldoorlog I en II
Hier vind je aflevering 13: Een ‘bloemlezing’ uit het dagboek van meester Michel Verbrigghe
Hier vind je aflevering 14: De Nieuwe gemeenteschool in de Tieltsestraat
Hier vind je aflevering 15: Met de zusters van Heule: een nieuwe start in de meisjesschool
[LD - SH 2024]
De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal
Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.